Verzorgingstips kiwiplant

De Actinidia, ook wel Kiwistruik, minikiwi of kiwibes, is een van oorsprong tropische en snelgroeiende klimplant. Bij de juiste verzorging zal er in het najaar na enkele jaren (3-5 jaar) een rijke oogst zijn aan kiwi’s. Van oorsprong is de Actinidia tweehuizig. Dat houdt in dat je zowel een mannelijke als een vrouwelijke plant nodig hebt om vrucht te krijgen. Een uitzondering is de ‘Jenny’, die zelfbestuivend is. Het onderhoud van de Actinidia is zeer eenvoudig. Wel is het verstandig om meerdere keren per jaar te snoeien, aangezien de plant erg snel groeit. Wil je een alternatieve klimplant, kies dan voor de Actinidia!

  • Gemiddelde waterbehoefte Gemiddelde waterbehoefte
  • Bemest in het voorjaar Bemest in het voorjaar
  • Eetbare vruchten Eetbare vruchten
  • Winterhard Winterhard
Bekijk ons aanbod
Verzorgingstips kiwiplant

Klantenservice

Kiwiplant verzorging

  • De Kiwiplant is van nature droogte gewend en kan daar goed tegen. Bij jonge planten en op erg warme dagen bewater je de plant. Wanneer het regent hoeft dit niet.
  • De Actinidia kan goed tegen droogte en staat bij voorkeur tegen een muur, pergola of schutting op een warme, zonnige plek.
  • De Actinidia is winterhard. Wel zijn jonge planten vorstgevoelig; ze kunnen dus het best wat bescherming gebruiken.
  • De Actinidia verliest in de winter zijn blad en is dus niet wintergroen.
  • De Actinidia bloeit in mei en juni.
  • De Actinidia is een snelle groeier en wordt tot vier meter hoog.
  • In de winter kun je de Actinidia wat compost geven. Geef verder in het voorjaar en in juli een handje organische tuinmest.
  • Omdat de Actinidia een snelle groeier is, mag je hem twee keer per jaar snoeien. De eerste snoeibeurt mag rond juli, en de tweede snoeibeurt in december/januari.
  • Bij de eerste snoeibeurt snoei je wat minder rigoureus dan de tweede snoei. Snoei bij de eerste snoeibeurt, ook wel zomersnoei, de toppen van de jonge scheuten zodat de groei geremd wordt. Tijdens de tweede snoeibeurt snoei je wat meer zijtakken weg. De hoofdtak wordt nooit gesnoeid.
  • Plant de Actinidia bij voorkeur november of maart/april in goed waterdoorlatende grond. Zorg er wel voor dat je de nachtvorst vermijdt.
  • De volgende stappen vertellen wat je moet doen om de Actinidia te vermeerderen en nieuwe stekken van de Actinidia te kunnen laten groeien. Stap 1. Snij in het voorjaar een topje van een niet-bloeiende tak af van zo’n 15-20 cm lang. Stap 2. Zorg dat er aan de afgeknipte tak minstens twee en maximaal vier bladparen (dus vier tot acht bladeren) aanwezig zijn. Knip de stengels van de stekjes op ongeveer één centimeter onder het onderste bladpaar schuin af. Stap 3. Spoel de tak schoon en steek in de aarde. Eventueel kun je stekpoeder gebruiken. Stap 4. Steek de stekjes met behulp van een stokje tot een diepte van ongeveer vijf centimeter in de grond. Zorg ervoor dat de stek niet direct aan de onderkant van de pot zit om de wortelgroei niet te belemmeren. Stap 5. Geef de stekjes voldoende water. Stap 6. Doe een plastic zak om de pot om de luchtvochtigheid te verhogen. Stap 7. Zet de stekjes op een goed verlichte plek zonder direct zonlicht. Stap 8. De stekjes hebben na drie tot vier weken voldoende wortels om het plastic zakje weg te halen. Blijf de stekjes regelmatig water geven. Verpot de stekjes wanneer deze te groot geworden zijn voor de pot. Stap 9. Laat de stekjes de gehele winter binnen. In het voorjaar kunnen ze in de tuin geplant worden.
  • De Actinidia is niet giftig voor zowel mens als dier.

Search engine powered by ElasticSuite