Zo garandeer je een rijke oogst! Bestuiving van je fruitbomen

Bij fleur.nl geloven wij dat groen mooi én nuttig kan zijn. Eerder schreven we blogs over eetbare tuinen en over planten die insecten verjagen; goede voorbeelden van hoe je mooie planten ook nuttig kan gebruiken! In deze blog over (niet-)zelfbestuivende fruitbomen doen we hetzelfde. Bij fruitbomen is het namelijk cruciaal om te weten of hij wel of niet zelfbestuivend is; als je hiermee rekening houdt bij het planten, dan kan je oogst daarvan profiteren. 

 

De voordelen van een fruitboom

Op fleur.nl hebben we een uitgebreid assortiment van fruitbomen, omdat deze bomen een geweldige boost kunnen geven aan je tuinplezier. Denk bijvoorbeeld aan een prachtige en geurige bloesem in het voorjaar en aan een rijke oogst richting het najaar. Daarnaast zijn fruitbomen geweldig voor de biodiversiteit in je tuin. Bijen en andere bestuivers komen op de bloesem af, en vogels zijn fan van het kleine fruit. 

 

Vormen en maten

Fruitbomen komen in verschillende groeivormen. Een laagstam is perfect in een kleine (stads)tuin met zijn stamhoogte van zo’n 50 cm. De stamhoogte van een halfstam is tussen de 100 en 120 cm waardoor zo’n boom fijn is voor een iets grotere tuin; goed te gebruiken in een bloemenborder als accentplant want bodembedekkers kunnen er mooi onder floreren. Een hoogstam heeft vaak een stamhoogte van rond de 180 cm. Zo’n hoogstam groeit uiteindelijk uit tot een prachtige grote boom; een garantie voor een rijke oogst en een mooie bron van schaduw in je tuin.

 

Fruitbomen in leivorm zijn prettig voor kleinere tuinen omdat ze nooit veel groter dan het rek groeien. Daarnaast krijg je door de schermen ook nog eens een beetje privacy! Op de foto hiernaast is dat met de Elstar-appel mooi gedaaan.

 

Hoe werkt bestuiving?

Een fruitboom gaat pas fruit produceren als de bestuiving van de bloesem heeft plaatsgevonden. Dat houdt in dat er stuifmeel van een mannelijke bloem terecht is gekomen in de vrouwelijke bloesem. De vrouwelijke bloesem wordt zo bevrucht en er begint een vrucht te groeien.

 

Bestuiving vindt plaats door bijen en andere bestuivers, maar ook de wind kan een handje helpen. Jij hoeft er in ieder geval niet voor aan het werk! Het enige wat jij kan doen, is rekening houden met de fruitsoorten die jij in je tuin zet; per soort kan het namelijk verschillen hoe de bestuiving kan plaatsvinden. Er zijn fruitbomen die zelfbestuivend zijn, waarvan dus het eigen stuifmeel de eigen bloesem kan bevruchten. Andere fruitbomen zijn van kruisbestuiving afhankelijk, waarbij stuifmeel uit andere fruitrassen (maar wel van dezelfde fruitsoort) nodig is om vruchten te vormen. 

Bij zelfbestuivende fruitbomen hoef je je over de bestuiving geen zorgen te maken, maar bij fruitbomen die kruisbestuiving nodig hebben moet je goed rekening houden met de fruitsoorten die je plant. Zorg er dan voor dat de kruisbestuivende bomen maximaal 50 meter uit elkaar staan, liefst zonder grote objecten ertussen. Zo kunnen de bijen en de wind het beste hun werk doen.

Fruitbomen per soort: wel of niet zelfbestuivend?

 

 

Al onze pruimenbomen, moerbeibomen, appelbesbomen en granaatappelbomen zijn zelfbestuivend. De vijgenbomen zijn een geval apart want zij hebben geen bestuiving nodig om wel vrucht te dragen. Bestuiving zorgt dan overigens wel voor een betere kwaliteit van de vruchten. Leuk om te weten: ook al het kleinfruit is zelfbestuivend.

 

 

 

 

Van onze appelbomen zijn alleen de ‘Cox’s Orange Pippin’ (leivorm en hoogstam) en de ‘Schone van Boskoop’ (leivorm) niet zelfbestuivend. Voor beide rassen zijn bijvoorbeeld de zelfbestuivende ‘Benoni’ (leivorm en hoogstam) en ‘James Grieve’ (leivorm) goede kruisbestuivers. Bekende soorten zoals de ‘Elstar’ en de ‘Jonagold’ zijn ook zelfbestuivend!

 

 

 

 

 

 

Bij de perenbomen zijn de bekende ‘Conference’ en ‘Gieser Wildeman’ zelfbestuivend én zijn ze ook geschikte kruisbestuivers voor de ‘Beurré Hardy’ - de enige in ons assortiment die niet zelfbestuivend is. Al deze bomen zijn op stam of in leivorm beschikbaar.

 

 

 

 

 

De kersenbomen bevatten een drietal zelfbestuivende rassen. Dit zijn de ‘Stella’ (hoogstam), de ‘Van’ (leivorm en hoogstam) en de ‘Kordia’ (leivorm en hoogstam). De ‘Varikse Zwarte’ en de ‘Hedelfinger’ kunnen elkaar kruisbestuiven, net als de ‘Early Rivers’ en de ‘Bigarreau Burlat’ dat bij elkaar kunnen. Je kan ook de ‘Duo-kers’ aanschaffen; deze kersenhaag bestuift zichzelf!

 

 

 

 

In ons assortiment kastanjebomen is de tamme kastanje zelfbestuivend. De ‘Dorée de Lyon’ is een cultivar van de tamme kastanje, maar is niet zo’n sterke zelfbestuiver. Een extra tamme kastanje bij planten bij deze cultivar is daarom aan te raden voor betere bestuiving. 

 

 

 

 

De walnotenbomen zijn allemaal zelfbestuivend, behalve de ‘Purpurea’, voor deze soort kan het beste een ‘Buccaneer’ als kruisbestuiver worden gebruikt.

 

 

 

 

 

Extra tips voor een rijke oogst

Er spelen, naast bestuiving, een aantal factoren een belangrijke rol bij het krijgen van een rijke oogst. We zetten er een paar op een rij!

 

Standplaats

Je fruitboom moet genoeg zonlicht krijgen; vaak betekent meer zon, meer vruchten! Ook de bodemkwaliteit is van belang. Te veel of te weinig water kan de vruchtdracht negatief beïnvloeden. 

 

Goede snoei

Door goed te snoeien kan je meer lichtval in je boom creëeren wat voor een betere oogst zorgt. Steenvruchtbomen, zoals pruimen-, kersen-, perzik- en abrikozenbomen, kun je beter snoeien in de lente, net na de bloei in april of mei, of in de nazomer, direct na de oogst in augustus of september. Pitvruchtbomen, zoals appel- en perenbomen, kan je het beste snoeien tussen januari en maart, wanneer de bomen in hun winterslaap verkeren. Snoei bij voorkeur op droge dagen en vermijd strenge vorst. Na snoeien altijd bemesten!

 

Dunnen

Het kan soms gebeuren dat een fruitboom na een heel goed jaar, het jaar daarna een karige oogst levert. Dit is onderdeel van een natuurlijke 3- of 4-jarige cyclus waar de boom in zit. Dit ‘instorten’ van de oogst kan je voorkomen door jaarlijks halverwege de groei van de vruchten een deel weghalen, dit noem je ‘dunnen’. Zo houdt de boom meer energie over en worden de overgebleven vruchten nog mooier! Haal daarom de minst grote en mooie vruchten weg bij het dunnen. Zo houdt de boom energie over voor het volgende jaar en krijg je niet onverwachts een slechte oogst omdat de boom een dipje heeft.

 

 

Tot slot

Met deze tips moet het lukken om je fruitbomen goed te verzorgen en zo een rijke oogst te krijgen. Dat wordt smullen! Zo kan je je tuin mooi én nuttig ontwerpen. Heb je nog vragen over de bestuiving van fruitbomen - of over iets totaal anders - neem dan vooral contact met ons op. We staan voor je klaar! 

 

Veel tuinplezier!

Search engine powered by ElasticSuite